Het toerisme in Italië groeit, maar met twee snelheden: de helft van de aanwezigheid is geconcentreerd in 10 provincies

Het toerisme in Italië overtreft het niveau van vóór de pandemie en blijft groeien, maar met regionale verschillen en verschillen in herkomst van reizigers. Dit blijkt uit het onderzoek "Toerisme in de Italiaanse provincies: een analyse van vraag en aanbod", uitgevoerd door het onderzoekscentrum Touring Club Italiano, dat ISTAT-gegevens van meer dan honderd Italiaanse provincies over de periode 2019-2024 analyseerde. In 2024 telde Italië 466 miljoen toeristen, een stijging van 7% ten opzichte van 2019: het buitenlandse toerisme groeit het sterkst (+15%), terwijl het binnenlandse toerisme afneemt (-2%).
De tien meest bezochte provincies zijn goed voor 50% van het totale aantal bezoekers (meer dan 233 miljoen, een lichte stijging ten opzichte van 2019). Rome staat bovenaan (47,2 miljoen bezoekers, +37%), gevolgd door Venetië (38,8 miljoen, +2%) en Bolzano (37 miljoen, +10%). Milaan (18 miljoen, +10%) en Napels (14 miljoen, +2%) komen ook in de top tien, terwijl Florence (13 miljoen) en Rimini (11 miljoen) respectievelijk een daling van -17% en -7% noteerden. Aan de andere kant van het spectrum blijft Isernia de provincie met het laagste aantal bezoekers (minder dan 80.000).
Buitenlanders hebben consequent een percentage van boven de 50 procentDe gemiddelde verblijfsduur in Italië is 3,3 nachten, met hogere aantallen in provincies met een overwegend kustbestemming, zoals Teramo, Vibo Valentia en Crotone (meer dan 5 nachten). De seizoensinvloeden van toeristen nemen af: 46% van alle bezoekers concentreert zich in de periode juni-augustus, vergeleken met 52% begin jaren 2000. Buitenlands toerisme is nu goed voor meer dan de helft van alle bezoekers (54%), met recordpieken aan de noordelijke meren en grote kunststeden: Como (83%), Florence (79%), Verona (79%), Venetië en Rome (meer dan 70%). Daarentegen blijft binnenlands toerisme dominant in het zuiden: Campobasso (92%), Crotone (91%) en Cosenza (90%).
Ook de niet-hotelsector consolideerde zijn aandeel en was goed voor 39% van de overnachtingen en een groei van 17% ten opzichte van 2019, terwijl de hotelsector stabiel bleef (+1%). Tot de gebieden met de grootste groei behoorden grote metropolen zoals Bologna (+115%), Bari (+109%) en Milaan (+91%), waar ook de grootste groei in niet-hotelbedden (+113%) werd gerealiseerd.
In 2024 zal het totale aantal ziekenhuisbedden in Italië bijna 5,5 miljoen bereiken, een stijging van 6% ten opzichte van 2019. De top tien provincies (Venetië, Rome, Bolzano, Verona, Trento, Rimini, Milaan, Livorno, Sassari en Brescia) zijn goed voor 38% van het nationale aanbod, een stijging van 9%. Kijken we naar de procentuele veranderingen, dan zijn Milaan (+35%), Bari, Bologna en Rome (+24%) de belangrijkste aanjagers, terwijl het aanbod afneemt in provincies zoals Messina (-19%) en Ancona (-15%).
Territoriale druk: Rimini en Venetië het zwaarst getroffenRimini (44,5 dagelijkse bezoekers per km²) en Venetië (42,8) registreerden de hoogste territoriale druk, gevolgd door Napels (33,3) en Milaan (31,2). De provincies die het minst door toerisme werden getroffen, zijn Isernia, Enna, Rieti en Benevento (minder dan 0,2 dagelijkse bezoekers per km²). Gezien de druk op de inwoners lieten de bergprovincies echter de hoogste waarden zien: Bolzano (188,3 dagelijkse bezoekers per 1.000 inwoners), Trento (98,5) en Aosta (82,2). Dit wijst op een intens toerisme, niet alleen in de grote kunststeden, maar ook in de natuur. De cijfers tonen een gezond Italiaans toeristisch landschap, maar met aanzienlijke verschillen.
De buitenlandse vraag en het aanbod buiten de hotelsector nemen toe, de seizoensinvloeden nemen af en de invloed van grootstedelijke gebieden en belangrijke toeristische centra neemt toe. De uitdaging voor het Italiaanse toerisme is dan ook om deze groei op een evenwichtige manier te beheren en zo de kwaliteit van de ervaring in ons land te verbeteren.
repubblica




