Luchtvaartmaatschappijen ontvangen bijna 600 miljoen dollar om plattelandsgemeenschappen te bedienen. Dat geld loopt zondag af.

De financiering voor een programma dat subsidies verstrekt aan luchtvaartmaatschappijen om te opereren in gebieden met weinig tot geen commerciële luchtvaartdiensten, zal naar verwachting aanstaande zondag aflopen, aangezien de overheidssluiting voortduurt.

Het programma, bekend als Essential Air Service, werd opgezet na de deregulering van de luchtvaartindustrie in 1978 om ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen routes konden exploiteren die anders onrendabel zouden zijn in plattelandsgemeenschappen en kleinere steden.

EAS-routes verbinden deze gemeenschappen doorgaans met grotere luchthavens. Voor Alaska bestaat er een apart programma.

"Er zijn veel kleine gemeenschappen in het hele land die nu niet langer de middelen hebben om ervoor te zorgen dat ze een luchtverbinding hebben", zei minister van Transport Sean Duffy op een persconferentie op de luchthaven van Newark op 10 maart.