Vrede met valken en oehoes: hoe klimmers in de Palts rotsafsluitingen voorkomen

Reinhardt: De aanleiding was het insecticide DDT, dat destijds in de landbouw werd gebruikt. Hierdoor werden de eieren van de slechtvalk te dun en braken ze tijdens het broeden. De vogel stond op de rand van uitsterven. De vogelbeschermers in de Palts wilden toen dat klimmers niet te dicht bij hem in de buurt kwamen. Toen sprongen er een paar militante natuurbeschermers uit het bos en zeiden: Jullie moeten daar weg, jullie mogen hier niet zijn en God verhoede dat jullie nog een stap verder gaan. Dat was een zware, confronterende fase, want als een 8a-klimmer en een 8a-vogelbeschermer elkaar tegenkomen, is er sprake van een botsing. Daarom hebben we de Werkgroep Klimmen en Natuurbehoud opgericht, met de natuurbeschermingsverenigingen, de DAV, de PK en de lagere natuurbeschermingsautoriteiten aan boord.
Reinhardt: Helemaal niet, het was een lange weg. Toen de discussies halverwege en zelfs eind jaren negentig nog werden gekenmerkt door woede en wrok, zetten beide partijen hun perspectieven op papier om te bepalen wat belangrijk was om de valk te beschermen. De basisprincipes zijn nog steeds van toepassing.
Wilhelm: Het draait voor een groot deel om welke rotsen gesloten zijn en hoe lang. Als een rots bijvoorbeeld in jaar x gesloten is, zal deze in de twee daaropvolgende jaren tijdens het broedseizoen ook gesloten zijn. Vervolgens controleren wij nogmaals en opnieuw of er daadwerkelijk sprake is van voortplanting. Als dat niet lukt, gaat de rots meestal in april of mei weer open. Dit punt alleen al heeft veel onschadelijk gemaakt.
Reinhardt: Het aantal slechtvalken, maar ook het aantal oehoes en raven, neemt evenredig toe met het aantal klimmers. Dat blijkt uit onderzoek van een zeer nauwgezette vogelbeschermer in onze werkgroep uit de jaren 2000. Wilhelm: Ondertussen is de populatie slechtvalken steevast goed tot zeer goed en neemt de populatie oehoes en raven gestaag toe.
Reinhardt: Alleen op de trendrotsen. Grappig genoeg zijn dit zelden documenten, en in de Palts zijn er nogal wat. (Gelach)
Wilhelm: Er gebeurt daar heel veel. Een voorbeeld hiervan is monitoring, oftewel het controleren of er voortplanting plaatsvindt in gesteenten. Minstens de helft ervan wordt bedekt door klimmers. Klimmers zijn ook voor een groot deel verantwoordelijk voor het markeren van de gesloten rotsen.
Reinhardt: Ik ben ervan overtuigd dat een groot deel van onze rotsen dan van februari tot juli automatisch gesloten zou zijn. De werkgroep houdt nu al rekening met een enorme hoeveelheid verkennend werk, dat de natuurbeschermingsautoriteit onmogelijk zelf kan doen. Anders zouden ze liever een algemene oplossing invoeren.
Wilhelm: Enkele honderden uren vrijwilligerswerk per week. Het toezicht zelf is enorm complex. Speciaal voor dit doel hebben we drie spottingscopes aangeschaft, de eerste in 2002. Sinds twee jaar gebruiken we ook wildcamera's. Ze sturen bijvoorbeeld livebeelden van marters die 's nachts op 30 meter hoogte in licht overhangend terrein een nest naderen. En om u een idee te geven: alleen al in februari hebben we ruim 100 observaties en opmerkingen in onze interne database vastgelegd – van de klimmers. Verder staan er op de paden borden naar de gesloten rotsen.

Kerstin Lampert
Wilhelm: Het geeft je ook iets om de dieren te observeren... Reinhardt: ...en de voordelen zijn zo groot en blijvend dat onze kinderen er ook profijt van hebben.
Reinhardt: De meeste plaatselijke bewoners weten inmiddels hoeveel vrijwilligerswerk er achter het hele proces zit. Door veel gesprekken in de community proberen we begrip en steun te krijgen. Wilhelm: Educatie is ontzettend belangrijk: klimmen is een natuursport, we zijn te gast in de natuur en we beschermen prachtige, zeldzame vogelsoorten. Iedereen die ooit een oehoe in de schemering heeft gezien, weet dit. En het is belangrijk om de inmiddels zeer goede relatie tussen klimmers en natuurbeschermers te behouden. Mislukte individuele acties kunnen veel kapotmaken.
Wilhelm: Er is tijdens de coronaperiode heel veel kapot gegaan en nu staan er op een aantal parkeerplaatsen verbodsborden omdat sommige mensen zich in het bos echt walgelijk gedroegen. Op een gegeven moment wilde de bosbouwdienst de individuele gevallen niet meer op zijn beloop laten. Belangrijk om te weten is dat een groot deel van de rotsen zich in het biosfeerreservaat van het Pfälzerwald bevindt. Wildkamperen is hier verboden. Maar als PK ons daar ook mee zou bemoeien, gaat dat te ver.
Reinhardt: Magnesia mag alleen gebruikt worden als dat nodig is. Het zou arrogant zijn om tegen een zesklimmer te zeggen dat hij geen krijt mag gebruiken. Veel belangrijker is het om het idee van natuurbehoud fundamenteel te cultiveren. En als klimmer wil ik geen sporen achterlaten. En als ik, omwille van God, magnesia nodig heb en het daarna wegveeg, dan mag niemand het erg vinden. Als je alleen op de cruciale plekken krijt, is het werk ook beperkt.
Reinhardt: Voor zover ik weet, zijn de effecten op zandsteen vooral optisch en tactiel. Veel magnesia verstopt de poriën in het zandsteen, waardoor je soms minder grip hebt dan wanneer je het zandsteen minder zou gebruiken of borstelen. Bovendien is 'onsight climbing' niet meer mogelijk vanwege het magnesium en mogelijke kalkafzettingen. Het komt neer op schilderen op nummer. Jammer. Wilhelm: Men mag ook niet vergeten dat de rotsen in de Palts natuur- of cultuurmonumenten zijn en dat daar geen veranderingen aan mogen worden aangebracht. En als er veel wit is, zelfs op moeilijke tochten, dan helpt dat niet.
Reinhardt: Zeker, vooral op de bouldergebieden, bijvoorbeeld bij de Haardt in Bad Dürkheim. Omwonenden en NABU-leden klaagden, waarna de persconferentie via de natuurbeschermingsautoriteit om actie vroeg. Ik kwam aan met een vat van 1000 liter op de pick-uptruck en we gaven een aardige show weg.
Reinhardt: Daarover verschillen de meningen. Op de plekken waar zich ringen in de rotswand bevinden, wordt de rotsstructuur niet door mobiele zekerapparaten afgesleten. Waar geen sporen zijn, zie je snel de sporen in het zandsteen. Op sommige plekken heb ik nu een wig met negen nodig, terwijl jaren geleden een wig met zes voldoende was. Je zou dus kunnen zeggen: doe er meer ringen in. Wilhelm: Maar de eerste beklimmingen zijn vaak schoon of met maar één bout.
Wilhelm: Dat moet de eerste persoon beslissen. Er dient echter wel gebruik gemaakt te worden van het PK haakmateriaal. Mensen kunnen het bij ons ophalen, zodat wij de zorg kunnen blijven verlenen. Het is belangrijk dat de haak diep en lang is, goed vastzit en niet is gemaakt van lipjes uit de bouwmarkt of met ingeschroefde plastic deuvels. Reinhardt: We hebben ook met de natuurbeschermingsautoriteit afgesproken dat ze een standaard opstellen, zodat de rotsen er allemaal hetzelfde uitzien.
Reinhardt: Het maakt wel degelijk verschil of je glanzend roestvrij staal gebruikt bij een natuurmonument of een rustiger materiaal zoals de Franse ringen die we ook gebruiken bij renovaties.

Ralf Dujmovits
Reinhardt: Veel IG Klettern-groepen werden pas opgericht toen er een probleem ontstond. Wij bestonden al veel langer en waren altijd bereikbaar. We hadden gezichten, natuurbehoud had gezichten, we kenden elkaar, we ontmoetten elkaar op het dorpsfeest. De mountainbikers in de Palts waren daarentegen niet georganiseerd en hadden in het begin veel meer problemen. Het gaat nu beter.
Wilhelm: 99 procent, en we zien direct de individuele gevallen waar dat niet het geval is. Sommige mensen beweren dat ze van niets wisten, maar bij alle ingangen staan borden, inclusief sluiproutes, die je niet kunt missen.
Reinhardt: Nee, maar de meesten die zo reageren, hebben slechte ervaringen. Er zijn zelfs rebelse klimmers die met hun auto naar de rots rijden, ook al is het pad verboden terrein. En als je in het bos schreeuwt, kun je de echo ervan horen. Wilhelm: Boulderen is in de Palts wat lastiger, omdat veel gebieden in het kerngebied van het biosfeerreservaat liggen en je daar de paden niet mag verlaten. Staat het bosbeheer hier een beetje bij stil als het perceel bijvoorbeeld vijf meter verderop ligt, dan is er wel enige communicatie met de bosbouwdienst nodig. Dat vereist een zekere mate van tact als je geen enkel risico wilt lopen, en je moet je egoïsme in bedwang houden.
Reinhardt: Ja, dat zou je kunnen zeggen. Hoe dan ook, er is al meer dan 20 jaar geen fysiek geweld meer geweest (lacht). Je zou kunnen zeggen: het Wilde Westen is tot rust gekomen.
outdoor-magazin